(Erfrecht is een vak apart)
Vader was in het voorjaar overleden. Zoon meldde zich in het najaar van het jaar daarna bij mij als NalatenschapsMakelaar. Meer dan een jaar na het overlijden dus. Vader had schulden achtergelaten en hij wist niet wat te doen.
Na het overlijden van vader stond hij er als zoon alleen voor en hij had zijn best gedaan om alles wat moest gebeuren zo goed mogelijk te doen, met de kennis die hij had. De uitvaart geregeld, de woning ontruimd en de huur opgezegd. Voor de kosten van de uitvaart was er nog net voldoende geld op de bankrekening van zijn vader.
Schulden
Na enige tijd bleek dat er schulden waren, wat kleine schulden en ook een hoge schuld bij een bepaalde instantie. Hij vroeg een advocaat die hij via zijn vader kende om hulp.
Deze advocaat wist niet wat te doen bij een nalatenschap met schulden – maar dat zei hij niet! Hij ging zonder de benodigde kennis en ervaring aan de slag en probeerde tevergeefs de schuld bij die instantie aan te vechten. Dat duurde lang en ondertussen vertrouwde de zoon op zijn advocaat.
Na ruim een jaar was de schuld natuurlijk niet verdwenen en de advocaat liet weten dat hij verder geen mogelijkheden had. Hij stuurde de zoon een factuur en een brief. Het taalgebruik in die brief was niet erg helder en hier en daar liepen zinnen mank. Maar het kwam erop neer dat hij adviseerde om er een andere advocaat naar te laten kijken en ook om de nalatenschap van zijn vader te verwerpen of beneficiair te aanvaarden. Dat laatste, beneficiair aanvaarden, is natuurlijk het enige advies dat de advocaat meteen in het begin al had moeten geven. Dan was alles heel eenvoudig geweest. Maar dat heeft hij niet gedaan. Nu gaf hij dit advies na een jaar vergeefs iets proberen, wat bij een nalatenschap met schulden zinloos is.
Beneficiair
Als NalatenschapsMakelaar was ik verbijsterd door deze gang van zaken. Ik schreef een brief aan de rechtbank met het verzoek om alsnog beneficiair te mogen aanvaarden. Behalve het overzicht van de schulden voegde ik ook de brief van de advocaat bij als verklaring waarom dit verzoek in een zo laat stadium kwam. Ik bracht het dossier persoonlijk naar de rechtbank. De medewerker die het in ontvangst nam en de brief van de advocaat las, zei: “Schoenmaker houd je bij je leest”
Enkele dagen later ontvingen we de akte.
Daarna hielp ik de zoon bij het vereffenen. Al spoedig bleek dat er helemaal geen bezit van vader meer resteerde om te vereffenen. Er was niet eens voldoende geld om de vereffeningskosten te betalen; die moest de zoon dus zelf betalen.
Eind goed, al goed?
We stuurden de boedellijst naar de rechtbank en naar de schuldeisers. De meesten reageerden niet meer. Het was duidelijk dat ze het dossier sloten. Maar de grootste schuldeiser hield aan en bleef betaling eisen.
Uiteindelijk kregen we bij de rechtbank een beschikking waarin, vanwege het gebrek aan baten, de opheffing van de vereffening bevolen werd. Daarmee zal ook deze grootste schuldeiser genoegen moeten nemen. Zoon kan weer rustig slapen.
En die advocaat? Het advies van de rechtbank zal hem wel niet bereikt hebben, maar hopelijk richt hij verder niet al te veel schade aan. En leert hij beter en helderder schrijven.
Ga terug naar het overzicht