Hoe vaak spatten gezinnen niet uiteen door problemen met erfenis. Oud zeer, ruzie, onbegrip, geldzucht; nare verhalen te over. Maar: het kan ook anders.
Familiebedrijf overgenomen
Ik werd gebeld door Monique. Haar vader was recent overleden, moeder al eerder. Ze had een broer en een zus. Zus Pia had ooit de winkel van pa en ma overgenomen. Daarbij hadden de ouders financieel geholpen en nu was de vraag hoe ze daar bij de verdeling van de erfenis mee om moesten gaan. Pia had immers al veel gekregen en de andere twee vonden dat daar iets tegenover moest staan voor hen.
Anders was het toch niet eerlijk? De overname van de zaak was altijd pijnlijk en onbespreekbaar geweest. De ouders vonden het hún beslissing waar niemand iets mee te maken had. Nu kwam deze kwestie weer omhoog bij de erfenisverdeling. Maar broer en zussen waren dol op elkaar en wilden geen ruzie krijgen. Daarom vroegen ze de NalatenschapsMakelaar als neutrale partij hen te begeleiden.
In gesprek
Ik heb hen vooral vragen gesteld. Hoe was het voor pa en ma dat Pia de zaak voortzette? Had een van de andere kinderen dat ook wel gewild? Had Pia de zaak over kunnen nemen zonder hulp van hun ouders? In hoeverre vonden ze dat pa en ma zelf mochten beslissen over hun bezit? Vond Pia dat ze bevoorrecht was? Ging het om geld of om (gevoelde) oneerlijkheid? Als het ‘oneerlijk’ was, hoe kon het dan eerlijker? Zo kwam er een heel gesprek op gang.
Pia begon terughoudend. Zij vreesde dat de anderen geld wilden zien. Maar al gauw bleek dat dit eigenlijk niet zo was. Ze wilden wel dat er nu eindelijk openheid kwam. Pa en ma hadden nooit over de overname willen praten. Nu legde Pia alsnog de cijfers op tafel en dat was even slikken: het ging toch wel om een fors bedrag. Tegelijk gaf Pia aan hoe hard ze had moeten werken en hoeveel het had gekost om de oude winkel te moderniseren en tot nieuwe bloei te brengen.
Er bleek nóg een pijnpunt te zijn: broer had ooit geld van pa en ma geleend en daarbij was vastgelegd dat dat verrekend moest worden bij de erfenis. “Waarom moet ik terugbetalen en Pia niet?”
Goede basis
In het tweede gesprek waren de emoties al wat gezakt en kwamen de drie er vrij snel uit. Dat er nu openheid was gaf al veel rust. En ja, hun ouders hadden altijd met hart en ziel in de zaak gewerkt en er veel voor opgeofferd, het was zó fijn voor hen dat Pia dat voortzette. Dat ze de andere twee daarmee eigenlijk tekort deden – en vooral: daar nooit over hadden willen praten! – lag vooral bij de ouders; daar hoefde Pia nu niet voor te boeten.
Pia was hier blij mee en bood aan dat zij dan het bedrag van de lening van haar broer voor haar rekening nam. Dat bleek een prima zet, iedereen opgelucht en blij.
De basis was hier goed, broer en zussen wilden niet dat deze kwestie hun goede relaties zou verstoren. En, met een beetje hulp is dat gelukt.
Zo kan het dus ook!
Ga terug naar het overzicht