Als de eerste van je ouders overlijdt is dat een verdrietige gebeurtenis. In een periode waarin je emotioneel veel te verwerken hebt moet er ook nog van alles geregeld worden. Eerst de uitvaart met alles wat daarbij hoort en daarna de afwikkeling van de nalatenschap. Daar staat je hoofd wellicht helemaal niet naar. Toch is het belangrijk dat dit goed gebeurt. Zoals het bepalen van de omvang van je kindsdeel. Dit kan later veel problemen voorkomen.
Wat is een kindsdeel?
Als in een gezin met kinderen de eerste ouder overlijdt, is de waarde van de nalatenschap van die ouder vaak de helft van de waarde van het gemeenschappelijke bezit van beide ouders. Dit geldt als zij in gemeenschap van goederen gehuwd zijn. Als er sprake is van huwelijkse voorwaarden is het niet simpelweg de helft maar kan op grond van die voorwaarden uitgerekend worden hoe groot de waarde van het bezit van de eerst-overledene is.
Wettelijk heeft een ouder zoveel erfgenamen als er kinderen zijn plús de partner. Bij bijv. twee kinderen is het aantal erfgenamen dus drie, die elk recht hebben op eenderde deel. Dat derde deel heet dan kindsdeel.
Een voorbeeld. Stel je moeder overlijdt en jij blijft achter met je vader en je zus. Het totale vermogen van je ouders is € 240.000,- en je ouders zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Je moeder heeft geen testament gemaakt. Dan geldt de verdeling zoals die in de wet staat en die is dan als volgt:
Het vermogen van je moeder is de helft van het gezamenlijk vermogen van je ouders; dus de helft van die € 240.000,- . Haar nalatenschap is dan € 120.000,-.
Er zijn 3 erfgenamen (je vader, je zus en jij). Dat betekent dat jullie alledrie recht hebben op 1/3 van € 120.000,- = € 40.000,- . Het kindsdeel is dus € 40.000.
Je zus en jij hebben nu allebei recht op € 40.000,-. De wet regelt echter dat de achterblijvende partner, ook wel de langstlevende genoemd, beschermd wordt en ongestoord moet kunnen doorleven. Het gevolg daarvan is dat de kinderen hun kindsdeel niet meteen krijgen en slechts een vordering op je vader erven. Je vader hoeft jullie je kindsdeel dus niet uit te betalen. Pas als ook híj overlijdt krijgen jullie het geld van je moeder uitgekeerd.
In het geval dat je vader nog jong is als je moeder overlijdt, kan het nog vele jaren duren voor jullie je kindsdeel van moeder krijgen. Daarom is het van belang de berekening van die kindsdelen goed vast te leggen. Anders weet niemand later, bij het overlijden van vader, meer hoeveel het was.
Bovendien doe je na het overlijden van je moeder wel aangifte erfbelasting, ook over jullie kindsdeel-vordering. Je vader betaalt de aanslag voor jullie. Over het bedrag waarover hij dan met de fiscus afrekent hoeven jullie geen erfbelasting meer te betalen als hij komt te overlijden. Het is dus belangrijk dat je bij het overlijden van vader nog weet hoe groot je kindsdeel was, want daarover is al afgerekend in de aanslag van je moeder.
Wat zegt het testament?
Hiervoor is beschreven hoe de verdeling gaat als er géén testament is. Als er wél een testament is dan is de verdeling die daarin is opgenomen het uitgangspunt. Dat kan afwijken van de wettelijke verdeling.
Je moeder kan bijvoorbeeld in haar testament bepaald hebben dat een deel van haar nalatenschap naar een goed doel gaat. Net zoals jullie je erfdeel pas krijgen als ook je vader is overleden, krijgt ook dat goede doel het dan pas. Tenzij je moeder in haar testament iets anders heeft opgenomen. Het kan ook zijn dat in het testament staat dat het ene kind om een bepaalde reden meer krijgt dan het andere. En zo is er nog veel meer mogelijk. Als er een testament is, moet je dus echt de inhoud daarvan kennen om te weten hoe groot jouw deel is.
Heb je altijd recht op je kindsdeel?
Ja en nee. In het voorbeeld heb je een vordering op je vader van € 40.000, maar in de wet is wel bepaald dat de langstlevende alles op mag maken. Als bij het overlijden van je vader blijkt dat er geen geld meer is omdat hij niets heeft overgelaten, dan hebben jullie pech gehad. Dat is ook niet aan te vechten bij een rechter, de langstlevende mag dit zo doen.
Ondanks het feit dat er dus geen garantie is dat je je erfdeel uiteindelijk uitbetaald krijgt, blijft het van belang goed vast te leggen hoe groot het is, zodat daar in elk geval geen discussie over is.
Kan een kind altijd het kindsdeel opeisen?
Het korte antwoord is: nee.
Immers de langstlevende-regeling is daar nu juist voor bedoeld, dat het kind het eigen erfdeel NIET kan opeisen zolang de langstlevende nog leeft. Maar – er zijn uitzonderingen.
In de wet is al geregeld dat het kindsdeel opeisbaar wordt als de langstlevende failliet wordt verklaard of als de WSNP van toepassing is verklaard.
Daarnaast kunnen in het testament van de eerstoverleden ouder ook andere ‘opeisbaarheidsgronden’ zijn opgenomen. Bijvoorbeeld dat de vorderingen van de kinderen opeisbaar worden als de langstlevende (in dit geval dus je vader) gaat hertrouwen in gemeenschap van goederen. Immers, dan wordt het bezit van vader meteen voor 50% eigendom van die nieuwe partner en dat kan ten nadele zijn van jullie als kinderen.
Een heel andere opeisbaarheidsgrond die vaak wordt vastgelegd is als de langstlevende permanent naar een zorginstelling gaat. Het risico bestaat dan dat een deel van het vermogen als eigen bijdrage betaald moet worden voor de zorg. Door de kindvorderingen in die situatie op te eisen stel je dat bedrag in elk geval veilig.
Kindsdeel opeisen: Zo doe je dit.
Bij het overlijden van de langstlevende hoef je je kindsdeel niet ‘op te eisen’, dat valt dan gewoon vrij.
Als in het testament van je moeder opeisbaarheidsgronden staan en die treden op, bijvoorbeeld als je vader hertrouwt of naar een verzorgingshuis verhuist, dan kun je aan je vader vragen om jou je erfdeel uit te betalen. Daar heb je dan recht op. Misschien wil je vader liever niet uitbetalen, maar wat in het testament staat, gaat vóór zijn wens. We zien overigens ook vaak dat de langstlevende juist zelf graag de vorderingen aan de kinderen uitbetaalt.
Pas wel op, als bij de belastingaangifte bij het eerste overlijden, dus in het voorbeeld van je moeder, gebruik is gemaakt van de fiscale regeling van ‘fictief vruchtgebruik’ dan kan het zijn dat je kindsdeel niet zomaar 100% uitbetaald kan worden maar dat de belastingdienst dit deels als schenking zal zien. Vraag bij het voortijdig uitbetalen van je kindsdeel altijd om advies.
Mocht je hulp nodig hebben bij het berekenen of vastleggen van de omvang je kindsdeel, of bij het opeisen ervan, aarzel dan niet om ons te bellen. Wij helpen je graag.
Ga terug naar het overzicht