Hoeveel kindsdeel erfbelasting moet ik gaan betalen? Dat is toch wel één van de meest gestelde vragen die ik als NalatenschapsMakelaar krijg. Het gaat dan meestal over: hoeveel erfbelasting moet ik over mijn kindsdeel gaan betalen? In deze blog leg ik je stapsgewijs uit hoeveel erfbelasting over een kindsdeel wordt geheven, wie die erfbelasting over het kindsdeel betaalt en waarmee je verder nog rekening moet houden bij de erfbelasting kindsdeel.
Hoeveel erfbelasting kindsdeel moet je betalen?
Je kindsdeel is dat deel van de nalatenschap van je ouder waarop jij als kind recht hebt, omdat je vader of moeder dat zo in hun testament geregeld hebben of, als er geen testament is, op grond van de wet. Dit kindsdeel wordt fiscaal uitgedrukt in geld, het gaat dan om de financiële waarde van jouw deel van de nalatenschap. Als die waarde hoger is dan jouw vrijstelling voor de erfbelasting, dan ben je kindsdeel erfbelasting verschuldigd. De hoogte van de vrijstelling wordt jaarlijks door de belastingdienst vastgesteld. Zie voor de actuele vrijstelling; vrijstelling erfbelasting. Als de waarde van jouw kindsdeel hoger is dan deze vrijstelling, dan ben je verplicht om over het bedrag dat boven de vrijstelling uitkomt erfbelasting te betalen. Over het eerste deel van de waarde boven je vrijstelling betaal je 10% belasting, dat geldt tot afgerond € 140.000,-. Als je meer erft dan de vrijstelling + 140.000 dan betaal je over dat meerdere 20% kindsdeel erfbelasting. Zie deze link van de belastingdienst met de actuele tarieven: tarieven erfbelasting.
Wie betaalt de erfbelasting kindsdeel?
Stel, je beide ouders waren bij elkaar waren en nu is één van je ouders overleden. Je andere ouder leeft nog. Op basis van de wet en ook in veel testamenten is er dan sprake van de zgn. ‘wettelijke verdeling’. Deze wettelijke verdeling heeft als doel om de langstlevende ouder verzorgd achter te laten. Dit houdt in dat je langstlevende ouder alle bezittingen (en schulden) krijgt van je overleden ouder. Ook jouw kindsdeel komt in bezit van je langstlevende ouder. Voor de waarde daarvan ontvang jij alleen een “tegoedbon”, oftewel een vordering op je langstlevende ouder; deze komt pas vrij als ook de langstlevende ouder overlijdt.
Je ontvangt dus nog niets, maar voor de belasting heb je toch al geërfd. En als je meer erft dan de vrijstelling moet er dus belasting betaald worden. Omdat je langstlevende ouder alles mag houden is het wel zo dat deze de verschuldigde erfbelasting over jouw kindsdeel betaalt aan de belastingdienst. Niet jijzelf.
Hetzelfde geldt ook in de situatie dat je ouder die nu overleden is, hertrouwd is. In die situatie is je stiefouder dus de langstlevende en diegene die alle bezittingen en schulden krijgt. Dan heb je een “tegoedbon” ter hoogte van de waarde van je kindsdeel op je stiefouder en betaalt je stiefouder de eventueel verschuldigde erfbelasting.
Als je andere ouder komt te overlijden dan heb je – conform de wet of testament – wederom recht op een kindsdeel uit diens nalatenschap. Over je kindsdeel van je eerste overleden ouder is al erfbelasting kindsdeel betaald. Daar betaal je niet nog een keer belasting over. Maar over het kindsdeel wat je van je tweede ouder erft, ben je – afhankelijke van de fiscale waarde van je kindsdeel – ook weer erfbelasting verschuldigd. Dit betaal je dan zelf vanuit de nalatenschap van je laatst overleden ouder. Tenzij je laatst overleden ouder hertrouwd is en zijn of haar nieuwe partner – je stiefouder – nog leeft. Dan ontvang je wederom een “tegoedbon”.
Onderkant formulier
Waar moet je rekening mee houden met erfbelasting over kindsdeel?
- Je kunt erfbelasting over je kindsdeel besparen!
Jazeker, je kunt op het totale bedrag dat aan erfbelasting over je kindsdelen (n.a.v. het eerste plus het tweede overlijden) verschuldigd is, erfbelasting besparen. Dit kun je doen door met je langstlevende ouder af te spreken dat je vordering rentedragend wordt. Dan spreek je af dat – op papier – de vordering elk jaar groter wordt, doordat er jaarlijks rente wordt bijgeteld. Op dit moment kun je daarvoor, afhankelijk van wat er in het testament van de overleden ouder staat, een rentepercentage tussen de 0 en 6% samengestelde rente afspreken.
Door je vordering rentedragend te maken, wordt je vordering – waarover al erfbelasting is betaald – groter én wordt je toekomstige kindsdeel bij overlijden van je tweede ouder kleiner. Op deze manier optimaliseer je de eventueel verschuldigde erfbelasting bij het overlijden van je tweede ouder.
Een andere optie is dat je juist géén rente afspreekt maar gebruik maakt van de optie die de belastingdienst biedt om je kindsdeel fiscaal te laten ‘afwaarderen’. Afhankelijk van de leeftijd van de langstlevende, dus afhankelijk van de ingeschatte tijd tot jouw vordering vrijvalt, hoef je dan nu minder erfbelasting te betalen.
Let op: Wanneer je – met je langstlevende ouder – de keuze maakt voor een rentedragende vordering, is er meer erfbelasting verschuldigd over je kindsdeel van je eerst overleden ouder dan bij de afwaardering. Bij rente zit de eventuele besparing in de totaal verschuldigde erfbelasting na het overlijden van je tweede ouder.
Dit klinkt vast ingewikkeld en het maken van een goede keuze is wel belangrijk. Wil je weten hoeveel jij zou kunnen besparen in jouw situatie? Neem dan contact met ons op.
- De waarde van de nalatenschap zit vast in de waarde van de woning
Het komt regelmatig voor dat de waarde van de nalatenschap met name wordt bepaald door de waarde van een woning, zeker wanneer de hypotheek (grotendeels) is afgelost. Het banksaldo kan dan ontoereikend zijn voor de betaling van de verschuldigde erfbelasting over de kindsdelen bij het eerste overlijden. Een optie is dan om een betalingsregeling te treffen met de belastingdienst, maar de belastingdienst zal wel altijd rente in rekening brengen.
In deze situatie kan een goed testament uitkomst bieden. Er zijn fiscale mogelijkheden om de kindsdelen bij het eerste overlijden kleiner te maken zodat dan ook minder of geen erfbelasting verschuldigd is. Dat kan zomaar een enorme opluchting zijn! Maar dat moet dus wel vooraf door de overleden ouder in diens testament vastgelegd zijn. Heb je hier vragen over? Neem ook dan contact met ons op.
- Mag ik mijn kindsdeel al vóór het overlijden van mijn tweede ouder ontvangen?
Ook deze vraag wordt vaak aan mij gesteld. In principe ontvang je je kindsdeel van je eerstoverleden ouder pas als de tweede ouder overlijdt. En soms is in het testament vastgelegd dat het kindsdeel ook ‘opeisbaar’ is als de langstlevende ouder bijv. in een verzorgingshuis opgenomen wordt.
Maar los van het feit wanneer je kindsdeel opeisbaar is, kan de langstlevende ouder er ook voor kiezen om het kindsdeel al bij diens leven aan je uit te betalen, voor een deel of helemaal. Dat zal de langstlevende ouder alleen doen als er na die uitbetaling nog voldoende liquide middelen over blijven voor het eigen levensonderhoud.
Let op: ondanks dat er al erfbelasting over je kindsdeel is betaald, kan de belastingdienst de uitbetaling vóór overlijden (gedeeltelijk) zien als een schenking. Dan zou er ook sprake kunnen zijn van verschuldigde schenkbelasting.
Kortom: er zijn verschillende fiscale mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de hoogte van de verschuldigde erfbelasting over kindsdelen. Of op het tijdstip wanneer je meer of minder belasting betaalt. Meer weten over deze mogelijkheden? Neem contact met ons op. Wij helpen je graag inzichtelijk te maken, welke mogelijkheden kunnen leiden tot belastingbesparing of belastinguitstel.
Ga terug naar het overzicht