Het F-formulier is een papieren aangifteformulier dat gebruikt wordt om aangifte te doen voor de inkomstenbelasting van een overleden persoon. Dit formulier betreft het jaar van overlijden. Het is een omvangrijk document, maar schrik niet, je kunt de vragen die niet relevant zijn gewoon overslaan en je hoeft ook alleen maar de ingevulde bladzijdes aan de belastingdienst terug te sturen. Er zit een uitgebreide toelichting bij het F-formulier.
Alternatief voor dit papieren formulier is om online aangifte te doen; hiertoe is het nodig om een zogenaamde nabestaandenmachtiging aan te vragen bij de belastingdienst. Dit is een simpele procedure, volg hiertoe de (duidelijke) instructies op de site van de belastingdienst.
Wanneer moet ik het F-formulier invullen?
De indientermijn voor deze aangifte is 1 mei van het jaar volgend op het overlijden. Het is aan te raden om het formulier of de machtiging tijdig aan te vragen, zodat je voldoende tijd hebt om het zorgvuldig in te vullen. Eventueel kun je uitstel aanvragen.
Hoe kom ik aan het F-formulier?
Doorgaans stuurt de belastingdienst zelf het F-formulier op aan de nabestaanden, binnen 3 à 5 maanden na overlijden. Als de nabestaanden dit niet ontvangen, kunnen ze het telefonisch aanvragen bij de Belastingdienst Nabestaanden, 08002358354. Hiervoor moeten ze wel het BSN-nummer van de overledene bij de hand hebben.
Wat moet ik in het F-formulier invullen?
In het F-formulier vul je, net als bij een ‘gewone’ aangifte inkomstenbelasting, allerlei financiële gegevens van de overledene in. Dit betreft onder meer inkomsten uit arbeid, pensioenen en eventuele uitkeringen die dat jaar tot de datum van overlijden ontvangen zijn. Ook moet je informatie verstrekken over het vermogen, zoals het saldo van bankrekeningen en de waarde van beleggingen. Schulden zoals hypotheek, persoonlijke leningen of andere openstaande verplichtingen moet je ook opgeven.
Tips voor het invullen van het F-formulier
- Begin met het verzamelen van alle benodigde documentatie: afschriften van alle bank- en beleggingsrekeningen met de rekeningnummers en het saldo per 1 januari van het overlijdensjaar, jaaroverzichten van inkomsten zoals loon, pensioen of uitkeringen. Ook de WOZ-waarde van de woning heb je nodig en documenten die de hoogte van een eventuele hypotheek aangeven en de betaalde rente. Het kan ook helpen om de laatste belastingaangifte erbij te pakken. Dit zijn allemaal gegevens die je moet in invullen op het F-formulier. Dus als je alles vooraf klaar hebt liggen kun je goed doorwerken. Als je de aangifte online doet heeft de belastingdienst veel van die gegevens al voor-ingevuld. Dan zijn de documenten vooral bedoeld om deze gegevens te kunnen controleren.
- Bij sommige vragen moet je in het F-formulier zelf berekeningen maken. Het is daarbij ook nodig dat je weet welk deel van het jaar iemand nog in leven was. Als iemand bijvoorbeeld op 1 maart is overleden, heeft deze dus 59/365 deel van dat jaar geleefd. Met die breuk bereken je bijvoorbeeld het huurwaardeforfait. In de toelichting staan instructies en rekenhulpen.
- Bij een papieren F-formulier krijg je ook een antwoordenvelop. Doe hier alleen de ingevulde bladen in. Schrijf op elk blad apart de naam en het bsn-nummer van de overledene.
- Laat de overledenen een partner achter en waren zij ook fiscaal partner? Dan kan het zinvol zin om de aangifte voor beiden tegelijkertijd te doen en waar mogelijk te schuiven met posten om de te betalen belasting iets te verlagen. Dit laatste kan eigenlijk alleen bij een online aangifte.
Schakel zonodig hulp in voor het invullen van het F-formulier
Het invullen van belastingformulieren kan ingewikkeld zijn, vooral in de context van een nalatenschap. Als je twijfelt, neem dan geen risico’s en vraag hulp aan een belastingadviseur of een specialist op het gebied van nalatenschappen, zoals de NalatenschapsMakelaar. Zo voorkom je dat je fouten maakt en dat je problemen krijgt met de belastingdienst.
Ga terug naar het overzicht